Het woord osteopathie is afgeleid van het Griekse woord ‘osteon’ (bot) en ‘pathos’ (lijden of ziekte)1.

Volgens de osteopathie vinden vele klachten hun oorsprong in een verstoorde of verminderde beweeglijkheid van gewrichten, organen en weefsels. De osteopaat beschouwt het organisme als een geheel, waarbij lichamelijke en psychische factoren met elkaar verweven zijn1.

Met zijn handen voelt de osteopaat waar de verstoring zich voordoet en hij zal met diezelfde handen de normale beweeglijkheid trachten te herstellen, waarna het menselijk lichaam de functies weer overneemt en beter kan functioneren.

Binnen de osteopathie zijn er drie belangrijke werkvelden:

  1. Het manipuleren of de pariëtale component, dit kan gaan van een zachte mobilisatie van spieren en gewrichten tot een manipulatie, in de volksmond ook wel “het kraken” genoemd.
  2. Het herstellen van de beweeglijkheid van organen ofwel de viscerale component.
  3. Het herstellen van de cranio-sacrale as, die gaat van de schedel tot het heiligbeentje en die tevens de structuren van het centraal zenuwstelsel

Naast de mechanische osteopathie, wordt ook de traditionele of biodynamische osteopathie in onze praktijk toegepast. Deze laatste is een heel zachte vorm van osteopathie waarbij het lichaam naar zijn neutrale punt gebracht wordt zodat het zijn normale functioneren spontaan terug kan oppikken.

Bronnen: